Willem Besselink (NL)
Julia Bünnagel (DE)
Arjan Janssen (NL)
Guido Nieuwendijk (NL)
Maik Teriete (DE)
Marije Vermeulen (NL)
Cecilia Vissers (NL)
Imaging Agent is samengesteld door PIT (Project Initiative Tilburg), een zwervend kunstinitiatief dat zich toelegt op het ‘non-objective’ oftewel abstracte genre. Het stelt (inter)nationale kunstenaars in de gelegenheid om werk op locatie, zogenaamd site-specific werk te maken. Zo ook dit keer in de ruimte van PARK.
De titel Imaging Agent verwijst letterlijk naar het begrip beeldelement. In dit geval een denkbeeldige horizontale lijn op 155 cm boven de grond. Deze lijn is zowel uitgangspunt als verbindend element van het werk dat zeven genodigde kunstenaars speciaal voor de ruimte van PARK vervaardigden.
De opening vindt plaats op zaterdag 31 mei, de tentoonstelling wordt ingeleid door Hendrik Driessen, directeur Museum De Pont in Tilburg.
Klik hier voor de zaalbrief.
'Evenwichtig en sereen. Het past allemaal bij elkaar wat de zeven kunstenaars hebben vervaardigd, qua formaat, ook qua kleur.'
Brabants Dagblad
Brabants Dagblad - 28-05-2014
Trendbeheer - 03-06-2014
Brabants Dagblad - 05-06-2014
Lost Painters - 8-06-2014
Willem Besselink (1980) observeert en registreert. Hij is gefascineerd door de structuren en systematieken achter de ogenschijnlijk chaotische taferelen die dagelijks om ons heen te zien zijn. Steeds dagen zijn werken de beschouwer uit om achter schijnbare chaos de structuren te herkennen. Uitgangspunt van het werk in deze tentoonstelling is een kubus van 155 x 155 x 155 cm met een middelpunt op 155 cm hoogte. Op talloze manieren varieert hij met deze maatvoering door getallen te vergroten en verkleinen.
Het werk van Arjan Janssen (1965) lijkt strak en mathematisch. Het heeft een minimale vorm en is sober van opbouw. Zowel zijn schilderijen, tekeningen als installaties dragen zuivere vormelijkheid in zich. Het zijn resultaten van zeer grondig overwogen technische beslissingen en ze bezitten tegelijkertijd ondoorgrondelijkheid.
Marije Vermeulen (1976) maakt schilderijen en muurwerken waarin kleur, energie en helderheid belangrijke aspecten zijn. De strak uitgevoerde vlakverdelingen, vormen en kleurencombinaties vinden hun oorsprong in de werkelijkheid, maar zijn ontwikkeld in een uitvoerig schetsproces. Veelgebruikte handelingen daarin zijn halveren, kantelen, herhalen en verplaatsen. In een muurwerk spelen de architectonische elementen die in de ruimte aanwezig zijn een rol.
In de installatie Reframing van Maik Teriete (1975) is de vorm afhankelijk van de beweging van de lucht in de ruimte, veroorzaakt door bezoekers, door open ramen of de afwisseling van koude en warme lucht. De titel Reframing verwijst naar een term uit de psychologie. Het verwoordt een proces van heroverweging en re-evaluatie. De installatie refereert hieraan. De onstane patronen en perspectieven verschijnen en verdwijnen voor de kijker. Ze zijn er maar even en zijn niet vast te houden, even toevallig als wolken aan de hemel.
Cecilia Vissers' (1964) muursculpturen zijn volledig autonome objecten, introvert, mooi en onbruikbaar. Ze lijken nooit hun ontstaansproces en oorsprong te verraden. Ondanks de zuiverheid en visuele spanning is niet duidelijk of er insnijdingen zijn gedaan (van buitenaf), of het materiaal zichzelf heeft gevormd (van binnenuit).
De werken van Julia Bünnagel (1977) hebben een koele uitstraling, in haar beeldtaal maakt ze gebruik van gereduceerde geometrische basisvormen. The Space in Between is gebaseerd op het gedachtengoed van Friedrich Kiesler, en specifieker op zijn in 1920 ontwikkelde ‘Raumstadt’ waarin schilderkunst, beeldhouwkunst en architectuur onlosmakelijk met elkaar verbonden worden. De fragiele installatie van Bünnagel spreidt zich uit over de ruimte, eromheenlopend veranderen perspectieven. De glanzende lak reflecteert zowel de ruimte als de groene lijnen zonder onderbreking. Een denkbeeldige ruimte wordt gecreëerd.
Guido Nieuwendijk (1967) maakt werk van uitersten: waar zijn muurschilderingen grootsheid uitstralen, zijn de schilderingen op paneel juist in zichzelf gekeerd. Zijn handtekening is echter onmiskenbaar: met zijn heldere kleurgebruik, geometrische vormen en een doordachte opbouw zoekt hij de grenzen van het minimale op. De titels van de werken verwijzen naar triviale verstoringen, herhalingen en rangschikkingen.